Valenciennes

Plaats van herinnering: Valenciennes

Valenciennes (in het Nederlands ook bekend als Valencijn) heeft net als andere steden aan de Schelde zoals Kamerijk (Cambrai), Doornik (Tournai), Gent, Antwerpen en de Zeeuwse steden een rijk cultuurhistorisch verleden. De oude industriestad is met meer dan 40.000 inwoners onderdeel van een stedelijke agglomeratie van meer dan 300.000 inwoners en behoort tot de grotere stedelijke regio rond Lille (Rijsel).

Valenciennes

In de tiende eeuw was Valenciennes als vestingstad het centrum van een markgraafschap van het Duitse rijk, het was tot ca. 1045 in handen van de graven van Vlaanderen. Na een rebellie werd het graaf Boudewijn V ontnomen en kort daarop verwierven de graven van Bergen (Mons) het markgraafschap. Vanaf 1071 werd Valenciennes de hoofdstad van het nieuwgevormde graafschap Henegouwen. De plaats kreeg in 1114 stadsrechten. Na een strijd tegen de eigen graaf bezegelde Valenciennes in 1323 samen met de Henegouwse steden Mons (Bergen), Mabeuge, Binche en samen met Hollandse en Zeeuwse steden Dordrecht, Zierikzee, Middelburg, Delft, Leiden and Haarlem de Vrede van Parijs.

Vestingstad van het noorden

Aan het eind van de twaalfde eeuw werden de graven van Henegouwen ook graaf van Vlaanderen. Boudewijn VI was graaf van Vlaanderen en van Henegouwen, en was van 1204-1205 de eerste keizer van het Latijnse Keizerrijk van Constantinopel. Zijn dochters Johanna van Constantinopel en Margaretha van Constantinopel zouden na hem over de twee graafschappen regeren. Johanna werd als gravin van Vlaanderen in 1217 de medestichter van Middelburg in Zeeland. Na de dood van Margaretha regeerden haar afstammelingen, de Avesnes-familie, uit haar eerste (ontbonden) huwelijk van 1280 tot 1356 over het graafschap Henegouwen. Deze familie verkreeg in 1299 ook het graafschap Holland, en in 1323 zouden ze ook de graventitel van Zeeland verwerven. Nadat het graafschap Henegouwen eerst deel uitmaakt van de Bourgondische Nederlanden, wordt de stad in 1677 door Lodewijk XIV veroverd, en met de Vrede van Nijmegen van 1678 wordt de stad definitief Frans. Met de fortificaties van Vauban wordt Valenciennes dan een van de belangrijkste Franse vestingsteden van het noorden van het koninkrijk.

Industrieel centrum

Valenciennes ligt op de plek waar de rivieren de Rhonelle en de Schelde (l’Escaut) samenvloeien. In de dertiende en veertiende eeuw wordt de stad regelmatig overstroomd door de Schelde. Zoals in zoveel steden in de Schelderegio werd de economie van de stad bepaald door de textielproductie (lakenwevers) en handel (vooral wijn- en graanhandel). De economie van de stad maakte in de zestiende en zeventiende eeuw een lange transitiefase door, eerst met de ontwikkeling van de beroemde Valencienneskant. In de vroege achttiende eeuw werden er kolenmijnen geopend; in 1734 werd de Compagnie des mines d’Anzin opgericht. De Schelde tussen Kamerijk en Valenciennes wordt in 1769 gekanaliseerd, waarna de kolenhandel, een nieuwe textielindustrie en de productie van porselein tot ontwikkeling komen. Valenciennes werd zo in de negentiende en twintigste eeuw een van de belangrijke industriële centra van Frankrijk.

Athene van het Noorden

De stad wordt sinds 1860 ook wel het Athene van het Noorden genoemd vanwege het aantal in de stad opgeleide kunstenaars die een ‘Prix de Rome’ hebben ontvangen. De graven van Henegouwen maakten van de stad hun woonplaats, en er kwam zo vanaf de dertiende eeuw een rijke literaire en historiografische traditie tot ontwikkeling die tot in de vroege zestiende eeuw standhield. Ca. 1337 werd Jean Froissart, de grote kroniekschrijver van de Honderdjarige oorlog, in de stad geboren, hij zal er ook zijn opgeleid. Valenciennes ontwikkelde ook een schilderkunstige traditie, vooral in de zeventiende en achttiende eeuw, zoals te zien is in het Museum voor Schone Kunsten van Valenciennes, dat ook een grote collectie ‘Vlaamse’ meesters bezit.

Historische duiding

Door de grote ontwikkelingen die de stad vanaf de zeventiende eeuw doormaakte zijn sporen uit de middeleeuwen wat moeilijker te vinden. Verschillende belegeringen en bombardementen en een grote brand in de Tweede Wereldoorlog als gevolg van een Duits bombardement in 1940 vernietigden delen van de oude stad. De enige kerk die nog uit die periode dateert is de kerk van Saint Géry, gebouwd in de eerste helft van de dertiende eeuw als kloosterkerk voor de Franciscanen. De kerk heeft twaalf blauwe stenen pilaren die de twaalf apostelen voorstellen en een houten gewelf. In 1851 werd aan de kerk een belfort toegevoegd. De kerk werd na een bombardement in 1944 herbouwd. De grote basiliek in het hart van de stad stamt uit dezelfde periode als het belfort en is gebouwd tussen 1852 en 1864. De toren van Dodenne is een vestingwerk uit de veertiende eeuw. In de stad bevindt zich ook nog een houten huis uit de zestiende eeuw dat ‘maison espagnole’ wordt genoemd omdat het stamt uit de tijd dat Valenciennes tot Habsburgse Nederlanden behoorde.

De eerste graven van Henegouwen werden begraven in Saint Géry, de kerk van de franciscanen, terwijl de latere graven werden bijgezet in de (verdwenen) dominicanerkerk. Buiten de stad bevindt zich nog een archeologisch park op de plek waar zich de abdij van Fontenelle bevond. In de abdijkerk werd in 1342 Johanna van Valois bijgezet. Ze had zich daar teruggetrokken na de dood van haar echtgenoot, Willem van Avesnes, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland, en heer van Friesland (in Nederland bekend als Willem III). Zij was dus de eerste rechtmatige gravin van Zeeland. Terwijl Johanna zich in de abdij had teruggetrokken werd die in 1340 door de Fransen in brand gestoken in de Honderdjarige oorlog. Haar dochter Philippa van Engeland verbleef toen in Gent. Haar broer Filips IV was koning van Frankrijk. Haar andere dochter, Margaretha, was in 1324 gehuwd met Lodewijk de Beier, de Roomskoning. Ze werd na de dood van haar Johanna’s zoon Willem IV, haar broer, in 1345 gravin. In Holland ontstonden al snel opvolgingstwisten met haar zoon Willem V, de eerste Hoekse- en Kabeljauwse twisten. Willem zou haar in 1356 opvolgen als graaf.

Volgende
Volgende

Lille